fbpx

Leven met een Alzheimerpatiënt


Leven met een Alzheimerpatiënt

Eindeloos geduld:  Wie de zorg van een Alzheimerpatiënt op zich neemt, wacht een zware taak. Naarmate het ziekteproces vordert, vraagt de patiënt steeds meer aandacht. Uiteindelijk zal een patiënt 24 uur per dag verzorging nodig hebben.

Lichaamstaal:  De geestelijke en lichamelijke conditie van patiënten bemoeilijkt het praten, luisteren en begrijpen. Er zal dus eindeloos geduld van u worden verwacht. Wordt een soepel en goed verlopend gesprek onmogelijk, toon dan toch uw belangstelling en laat merken dat u luistert. Oogcontact is daarbij heel belangrijk. De lichaamstaal (houding, gezichtsuitdrukking, intonatie, gebaren) is een goed hulpmiddel. Door een patiënt rustig en vriendelijk tegemoet te treden, wint u zijn vertrouwen. Realiseert u zich daarbij dat de Alzheimerpatiënt vaak niet meer weet wie u bent.

Pijnlijke situaties: Het is aan te bevelen om familie, vrienden en kennissen te informeren over het ziektebeeld en de ontwikkelingen. Hierdoor kunnen mogelijk pijnlijke situaties worden voorkomen en weten bezoekers zich beter een houding te geven.

Communicatie

Spreken en luisteren

Communicatie met Alzheimerpatiënten stelt andere eisen dan met gezonde mensen. De geestelijke en lichamelijke conditie van de zieke bemoeilijkt het praten, luisteren en begrijpen. De omgeving moet dus enorm veel geduld opbrengen.
Vergeetachtigheid is één van de eerste symptomen van de ziekte van Alzheimer, en de evolutie hiervan is onomkeerbaar. Het is dus zinloos vragen te stellen over zaken die de patiënt zich niet meer kan herinneren. Dat roept alleen maar frustraties bij hem op en veroorzaakt irritatie.
Het is niet steeds eenvoudig om de patiënt te begrijpen als het praten zo moeizaam verloopt. Hij maakt zijn zinnen niet af en zijn begripsverwarring omtrent bepaalde woorden bemoeilijkt het gesprek.
Informatie wordt ook snel vergeten door Alzheimerpatiënten. Het kan zinvol zijn bepaalde dingen op te schrijven, maar daarom begrijpt de patiënt nog niet altijd wat er geschreven staat.
Een ander probleem vormen telefoongesprekken. Omdat de zieke zijn gesprekspartners niet ziet, begrijpt hij ook de boodschap niet.
Wat het communicatieprobleem ook moge zijn, vergeet nooit dat de patiënt wellicht meer begrijpt dan men denkt. Zijn grote handicap is de moeilijkheid om zich uit te drukken. Als u met hem praat, dan is duidelijk en langzaam articuleren zeer belangrijk. Ingewikkelde woorden moeten worden vermeden. Gebruik korte en eenvoudige zinnen met zoveel mogelijk bekende namen en uitdrukkingen.
Men moet er ook rekening mee houden dat het even duurt vooraleer een antwoord komt op vragen. Zelfs als het gesprek stroef verloopt, probeer dan toch zoveel mogelijk belangstelling te laten blijken en te tonen dat er wordt geluisterd.
Hierbij is oogcontact zeer belangrijk en ook gebaren kunnen het gesprek vergemakkelijken. Lichaamstaal maakt soms meer duidelijk dan men denkt.
Uw houding, gezichtsuitdrukking en intonatie zijn goede hulpmiddelen.
Door een patiënt rustig en vriendelijk tegemoet te treden, wint men zijn vertrouwen. Maar hou er rekening mee dat een Alzheimerpatiënt vaak niet meer weet wie u bent. Zelfs als u hem de vorige dag nog hebt gezien, kan zijn geheugen hem vandaag in de steek laten.
Tijdens een gesprek kunt u gebruik maken van hulpmiddelen zoals foto’s van bekenden en familieleden. Hoewel de Alzheimerpatiënt zich meestal geen namen kan herinneren, kan een foto soms wel voor herkenning zorgen.
Ook lichamelijk contact of muziek kunnen goede hulpmiddelen zijn bij een gesprek.

Voorzorgsmaatregelen

Voorkomen van ongelukjes

Om het comfort van de patiënten te verzekeren kunnen allerlei kleine maatregelen worden getroffen in de woning, zonder dat er een ziekenhuis wordt van gemaakt. Kostbaarheden worden opgeborgen en tapijten waarover kan worden gestruikeld worden verwijderd.
De Alzheimerpatiënt heeft een minder goede coördinatie van spieren en ledematen en valt gemakkelijk. Zorg daarom voor voldoende bewegingsruimte in huis. Breekbare voorwerpen zoals glas en kwetsbaar meubilair worden verwijderd. Vertrouwde voorwerpen evenwel bieden de patiënt letterlijk en figuurlijk houvast bij het lopen.
Lichtschakelaars moeten gemakkelijk te vinden zijn zodat de patiënt niet gaat ronddwalen in het donker.
Apparatuur zoals ovens en fornuizen in de keuken kunnen gevaar opleveren. Een van de mogelijkheden bestaat erin, de knoppen van de oven af te halen.
Ramen en deuren moeten goed worden afgesloten want Alzheimerpatiënten kunnen naar buiten gaan en doelloos ronddwalen. Indien de mogelijkheid blijft bestaan dat de zieke op straat komt, kunt u hem voorzien van een armbandje met naam, adres en telefoonnummer, zodat voorbijgangers hem terug thuis kunnen brengen of u verwittigen.

Gevaarlijke producten en milieu

Bewaar gevaarlijke stoffen zoals schoonmaakmiddelen en medicijnen achter gesloten deuren. Doe dit ook met scherpe voorwerpen als messen en scharen. Kleine felgekleurde voorwerpen mogen niet rondslingeren want Alzheimerpatiënten worden hierdoor aangetrokken en kunnen ze in hun mond stoppen.
Patiënten die roken kunnen ongelukken veroorzaken. Als u de patiënt niet kunt overtuigen om te stoppen met roken – en bij verstokte rokers is dit onbegonnen werk – laat hem dan niet met een aansteker of lucifers in de zakken rondlopen. Zo moet hij vuur komen vragen en kunt u beter toezicht houden.
Brandwonden door heet water kunnen worden voorkomen met thermostaatkranen in keuken en badkamer, die de warmte blokkeren op 38 graden.

Wassen

Hulp is onontbeerlijk om een Alzheimerpatiënt een bad of douche te laten nemen of om zijn tanden te poetsen. Extra handgrepen in de badkamer, waaraan ze zich kunnen vasthouden, zijn erg handig, en het bad moet voorzien zijn van een antislipmatje. Laat badschuim of badolie achterwege want de badkuip wordt daar glibberig van. Een badstoel maakt het mogelijk om zittend een douche te nemen. Hiervoor kan een plastic tuinstoeltje worden gebruikt.

Kleden

Zolang de patiënt in staat is zich zelf aan te kleden, moet u hem dat laten doen. Maar soms heeft hij moeite met de keuze van kleding en de volgorde van het aankleden. Daarom is het verstandig vooraf kleren neer te leggen in de volgorde waarin hij vroeger gewoon was zich te kleden.
Vervang kleine knopjes aan kledingstukken door grote knoppen, die hij gemakkelijker kan sluiten. In plaats van ritssluitingen kan een klittenband goede diensten bewijzen. De aanpassingen zijn soms klein maar ze kunnen het leven van de patiënt en van zijn omgeving zoveel vergemakkelijken.
Riemen, sjaaltjes, dassen en andere accessoires die verkeerd kunnen gebruikt worden, haalt u beter voorgoed uit de kast.

Eten

De dagelijkse maaltijd blijft voor de Alzheimerpatiënt een hoogtepunt waarvan hij nog kan genieten. U houdt best vast aan een regelmaat, want dit is belangrijk voor een zieke die al zoveel last heeft met het tijdsbesef.
U kiest best voor de keuken als vaste plaats om te eten. Voorwerpen en geuren doen al aan eten denken. Radio en tv laten aanstaan tijdens de maaltijden is verkeerd, omdat dit de aandacht afleidt en de zieke erdoor nalaat goed te kauwen en te slikken en bijgevolg slecht verteert.
Zorg er systematisch voor dat hij vooraf naar het toilet is gegaan, anders kan hij zich onrustig gedragen aan tafel. Met een goede zithouding – rechte rug en hoofd lichtjes voorover – voorkomt men dat hij zich verslikt.
Controleer altijd de temperatuur van eten of drinken, want de patiënt heeft vaak geen gevoel meer voor warm of koud. Zorg ervoor dat hij drinkt, want dat vergeet hij soms. Doe het glas niet te vol, anders maakt hij er een knoeiboel van. Gebruik desnoods een tuitbekertje.
Geef geen overdaad aan bestek: een lepel bij de soep en een vork voor het andere eten, waarvan u het vlees voorgesneden hebt. Een extra diep bord of een kom kunnen beter zijn om netjes te eten. De kleur van het bord is belangrijk. Zorg ervoor dat het afsteekt tegen onderlegger of tafel. Beperk het aantal gerechten op het bord want soms hebben Alzheimerpatiënten moeite met het kiezen tussen aardappelen, groenten en vlees. In latere fasen is het beter elke soort afzonderlijk te geven of over te stappen op zacht eten (puree, yoghurt of eten dat fijngemalen is met een mixer). Dikwijls kauwt de zieke slecht of eet te snel. Zorg voor kleine stukjes waarin hij zich niet kan verslikken. Meng hard en zacht niet door elkaar, want dan weet hij soms niet goed wat hij moet kauwen, of wat hij meteen mag doorslikken.

Autorijden

Of de Alzheimerpatiënt nog auto mag rijden is een moeilijke vraag, die mogelijk tot pijnlijke consequenties kan leiden. Toch moet u zich afvragen of het nog verantwoord is hem te laten rijden: door zijn verminderd gezichts- en concentratievermogen en verstoorde motoriek vormt hij een gevaar op de weg.
Een verbod kan zwaar verzet uitlokken van de persoon zelf omdat autorijden zijn laatste vorm van vrijheid kan betekenen. Bovendien is het moeilijk een ouder of partner de wet op te leggen door hem iets botweg te weigeren, hoewel dit soms noodzakelijk zal zijn.
In België moet een chauffeur zelf zijn rijbewijs indienen, niemand kan hem hiertoe verplichten. De arts kan zijn patiënt wel adviseren dit te doen of lichte dwang uitoefenen. In het ultieme geval kan de arts de politie inschakelen om het rijbewijs in te trekken.
Het beste is natuurlijk de patiënt te kunnen overhalen om zijn rijbewijs vrijwillig af te geven.
In latere fasen van de ziekte – wanneer de patiënt volledig hulpbehoevend is geworden – moeten bepaalde voorzorgsmaatregelen worden genomen als hij meerijdt in de wagen. Het kinderslot wordt opgezet en hij mag niet aan de elektrische ruitenbediening kunnen raken, anders kan zijn arm of hoofd ertussen geklemd raken. Uiteraard mag de zieke nooit in de auto blijven met de sleutel in het contact.

Vaste gewoonten

Alzheimerpatiënten verliezen steeds meer greep op de werkelijkheid en hun geheugen verdwijnt langzamerhand tot er niets meer overblijft. Door vaste huishoudelijke gewoonten vol te houden kunt u het korte-termijn-geheugen nog geruime tijd intact houden. Wat de persoon vroeger gewoon was, zet hij ook tijdens zijn ziekte voort. Vaste routine versterkt zijn gevoel van veiligheid en zekerheid.

Faciliteiten

Voor een Alzheimerpatiënt is elk huis vol gevaren, net als voor kleine kinderen. Maar er is een verschil: een kind leert snel dat de kachel te heet is om aan te raken en dat de knoppen van een gasfornuis taboe zijn, maar een Alzheimerpatiënt vergeet dit steeds opnieuw.

Woonkamer

Hoe minder voorwerpen u laat rondslingeren hoe beter. Zorg dat er geen kabels op de vloer liggen. Bevestig ze tegen de muur of stop ze onder een tapijt.
Verwijder alle wankele theetafeltjes, stoelen of krukjes, alle snuisterijen en zware of onstabiele voorwerpen die u liever niet tegen de grond aan diggelen ziet vallen.
Voorkom dat de zieke uit het venster of over een balkonleuning kan hangen. Breng bijvoorbeeld kettinkjes aan waardoor hij vensters alleen op een kier kan zetten en ze zonder hulp niet helemaal kan openen.
Zorg dat de zieke zich nooit in een kamer kan opsluiten waardoor u niet meer tot bij hem kunt geraken. Haal alle sleutels weg die niet absoluut noodzakelijk zijn.

Trappen

Trappen zijn risicogebieden, zeker als de patiënt boven slaapt en dus geregeld de trap op moet. Laat niet het geringste voorwerp achter op de trap en leg de traploper stevig vast. Zorg voor een trapleuning en plaats boven aan de trap een hekje, zodat de zieke niet zomaar naar beneden kan. Het hekje moet hoger zijn dan een kinderhekje, want anders kan hij er overheen vallen.

Keuken

De keuken is ongetwijfeld de gevaarlijkste plaats. Kookexperimenten mogen niet meer worden toegestaan.
Gas, elektriciteit, vlammen, potten en pannen die opwarmen zijn allemaal potentiële gevaren.
De ergste ongelukken thuis doen zich voor in de keuken, zeggen de statistieken.
Scherm verwarmingselementen af.
Verlaag de maximumtemperatuur van warm water dat uit de kranen stroomt.
Hebt u een elektrisch fornuis, laat dan een extra schakelaar plaatsen waarmee u de stroom kunt afzetten, of schakel de zekering uit die het fornuis bedient wanneer het toestel niet wordt gebruikt.
Bij een gasfornuis kunt u de gastoevoer na elk gebruik systematisch afsluiten. Overleg anders met het gasbedrijf over een andere vorm van beveiliging.
Afneembare knoppen zijn mogelijk.
Scherpe voorwerpen of snijdende materialen (schaar, mixer, messen) en toestellen die warmte afgeven (broodrooster, strijkijzer) moeten na gebruik worden opgeborgen achter slot en grendel.
Kleef geheugensteuntjes op kasten met spullen die vaak worden gebruikt: etiketten met tekeningen van een brood, glazen, borden, geven de patiënt de mogelijkheid die dingen gemakkelijk terug te vinden.

Toilet

Het kan nodig zijn handgrepen te plaatsen aan weerskanten van het toilet, zodat de patiënt zich kan vasthouden om te gaan zitten of weer op te staan.
Een andere oplossing is een verhoogde zitting, zodat de zieke automatisch hoger zit. Dit is ook handiger om hem te verzorgen en hij komt gemakkelijker recht dan van een gewone wc-pot.
Plaats een wc-stoel naast het bed zodat hij ’s nachts zijn kamer niet uit moet. Zo wordt voorkomen dat hij met zijn fel verminderd oriëntatiegevoel, bij nacht gaat ronddwalen in huis of de trap afgaat.

Tuin

Tuingereedschap, wankele tuinmeubels en barbecuetoestellen zijn stuk voor stuk gevaarlijk. Treden mogen niet begroeid zijn met mos of een onopvallende tint hebben. Men kan ze beter in een felle contrasterende kleur schilderen en antislipmateriaal aanbrengen op de randen.
Glazen schuifdeuren moeten gemarkeerd worden met stickers of kleurenbanden ter hoogte van de ogen. Ook gezonde mensen lopen zich soms een bloedneus op doorzichtige glazen deuren. Zorg ervoor dat de patiënt niet tot bij een zwembad of vijver kan komen. Zelfs al was hij vroeger een goed zwemmer, hij zal nu wellicht niet meer weten hoe het moet en hij kan verdrinken.

Vergeet jezelf niet !

Het verplegen van een Alzheimerpatiënt is een verantwoordelijkheid die 24 uur per dag doorgaat en die uw eigen lichamelijke en emotionele behoeften kan overschaduwen. Bij het omgaan met de ziekte van Alzheimer kunnen zich tegenstrijdige emoties opstapelen : verdriet, woede, schuld, neerslachtigheid en frustratie. De verantwoordelijkheid en het isolement waarin de verzorger kan raken, het verlies van de eigen vrijheid kunnen stress veroorzaken. Veel verzorgers laten hun bezorgdheid over hun eigen gezondheid overschaduwen door hun bezorgdheid voor het welzijn van de patiënt. Maar het is bijzonder belangrijk dat u zorg draagt voor uw eigen lichamelijke en geestelijke gezondheid. Wanneer u dat niet doet kan het gebeuren dat u uiteindelijk niet meer in staat bent om voor uw patiënt te zorgen. Iedere verzorger heeft behoefte aan vrije tijd. Tijd die hij niet aan de zijde van de patiënt doorbrengt. Tijd om emotioneel en lichamelijk op kracht te komen.
Een ander gevaar dat op de verzorgers loert is het isolement.
Het is essentieel om buitenshuis sociale banden te blijven onderhouden en om, waar mogelijk, uw eigen hobby’s te blijven uitoefenen.
Gedurende de ziekte, die gemiddeld zo’n 8 jaar duurt, kwijnt de persoon weg die u ooit heeft gekend en krijgt u er een vreemde voor in de plaats. Overtuig uzelf ervan dat het verdriet dat u daardoor overmant een normale, begrijpelijke reactie is. Wanneer u echter op een goede manier met uw eigen gevoelens omgaat, bent u beter in staat om voor de patiënt, uw geliefde, te zorgen. U bent zelf een waardevol persoon. Zorg daarom ook goed voor uzelf.